SV | En zij voer nog voort, en baarde een zoon, en noemde zijn naam Sela; doch hij was te Chezib, toen zij hem baarde. |
WLC | וַתֹּ֤סֶף עֹוד֙ וַתֵּ֣לֶד בֵּ֔ן וַתִּקְרָ֥א אֶת־שְׁמֹ֖ו שֵׁלָ֑ה וְהָיָ֥ה בִכְזִ֖יב בְּלִדְתָּ֥הּ אֹתֹֽו׃ |
Trans. | watōsef ‘wōḏ watēleḏ bēn watiqərā’ ’eṯ-šəmwō šēlâ wəhāyâ ḇiḵəzîḇ bəliḏətāh ’ōṯwō: |
En zij voer nog voort, en baarde een zoon, en noemde zijn naam Sela; doch hij was te Chezib, toen zij hem baarde.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij voer nog voort, en baarde een zoon, en noemde zijn naam Sela; doch hij was te Chezib, toen zij hem baarde.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!